Onderzoek: Huisvesting Konijnen

Onderzoek naar huisvesting konijnen (onderzoek WUR studente Femke)

Konijnen worden veel als huisdier gehouden in Nederland. In 2005 werden er 0,98 miljoen konijnen gehouden. Hiermee staat het konijn op de derde plaats van meest gehouden huisdier, na de kat en de hond. Er is maar weinig wetgeving in Nederland die het welzijn van de konijnen beschermd. Daarnaast is er ook weinig onderzoek gedaan naar de huisvesting condities en het gedrag van huisdier konijnen. Het doel van dit onderzoek was te bepalen wat de huisvesting condities en het gedrag van konijnen in Nederland zijn. Hiervoor is een enquête gehouden en zijn gedrag observaties gedaan.

Er is een op internet geplaatste enquête gehouden, met daarin vragen over het huisvestingsysteem, algemene verzorging die de konijnen krijgen en het gedrag van de konijnen. De enquête is door 1025 mensen ingevuld en daarvan waren 919 bruikbaar voor analyse. De enquête liet zien dat de gemiddelde leeftijd van konijnen drie jaar is, terwijl konijnen acht tot twaalf jaar kunnen worden. Dit houdt in dat het welzijn van de konijnen, die in Nederland als huisdier worden gehouden, aangetast is. De enquête gaf ook inzicht in de mogelijke redenen van deze lage leeftijd.

1. Ongeveer de helft van de mensen huisvest hun konijn(en) solitaire, terwijl verschillende onderzoeken aantonen dat konijnen samen gehuisvest moeten worden.
2. De meerderheid van de mensen met konijnen huisvest hen in systemen die te klein zijn volgens verscheidene organisaties in Nederland en Engeland.
3. Veel konijnen krijgen niet genoeg beweging, aangezien veel konijnen geen permanente ren hebben en ook niet vaak los mogen lopen. Maar mensen die hun konijnen één of meerdere keren per dag los laten lopen, laten ze meestal ook een aantal uren per sessie los lopen.
4. Een aantal konijnen eigenaren geeft hun konijnen geen voer dat in een konijnendieet voor hoort te komen of geeft juist voer dat niet in een konijnendieet voor dient te komen.
5. Sommige mensen (12%) maakt het huisvestingssysteem minder dan één keer per week schoon. Dit kan hygiënische problemen veroorzaken.
6. Ongeveer de helft van de mensen laat hun konijn(en) niet inenten tegen de dodelijke konijnenziekten myxomatose en viraal haemorrhagisch syndroom, twee dodelijke konijnenziektes.
7. Veel mensen geven hun konijnen geen objecten in hun huisvestingssysteem en/of ruimte waarin ze los mogen lopen waarmee ze basale behoeften kunnen vervullen en natuurlijk gedrag kunnen vertonen. Gemiddeld hebben binnen konijnen wel meer objecten ter beschikking dan buiten konijnen, met uitzondering van zand en planten.
8. Sommige konijnen leven in angst voor andere dieren (katten (15%) en honden (20%)) of mensen
(volwassenen (9%) en kinderen (11%)).
9. Maar een vierde van de mensen tilt hun konijn(en) op een veilige manier op. Onveilig optillen kan
leiden tot ongelukken die fataal kunnen zijn voor het konijn.

Het tweede deel van dit onderzoek bestond uit gedrag observaties van konijnen die onder verschillende omstandigheden leven. In totaal zijn er 90 konijnen geobserveerd bij mensen thuis. De konijnen zijn geobserveerd tijdens twee verschillende angst testen, een openveld test en tijdens hun verblijf in hun eigen huisvestingssysteem.
De eerste angst test bleek een test voor aandacht te zijn (de waarnemer hield haar hand tegen het huisvestingssysteem en noteerde de keren dat de konijnen haar hand aanraakten of besnuffelden). De resultaten laten zien dat konijnen die solitair gehuisvest zijn meer aandacht willen dan konijnen die samen gehuisvest zijn. Het is daarom beter om konijnen samen te huisvesten in plaats van solitair. Verder wilden konijnen in een klein huisvestingssysteem ook meer aandacht dan konijnen in een medium of groot huisvestingssysteem (waarschijnlijk wilden ze eruit gelaten worden). De tweede angst test (de waarnemer tilde de konijnen op en noteerde hoeveel ze tegenstribbelden) liet zien dan ongeveer een vierde van de konijnen bang is om opgepakt te worden. Dit wijst erop dat deze konijnen niet zo goed zijn gesocialiseerd als de anderen. Dit zou het welzijn van de konijnen kunnen aantasten aangezien ze vrij dienen te zijn van angst en stress.

De een uur durende observatie in hun eigen huisvestingssysteem liet zijn dat de gemiddelde tijdsbesteding van de konijnen afwijkt van het natuurlijke gedrag van gedomesticeerde konijnen in een natuurlijke omgeving. Wel is het welzijn van de geobserveerde konijnen beter dan dat van konijnen geobserveerd door Gun en Morton (1995) in standaard laboratorium kooien. Verder laten de resultaten verschillen zien in gedrag tussen verschillende huisvestingsmethoden. Het welzijn van solitair levende konijnen is meer aangetast dan dat van konijnen in groepen; ze laten meer stereotiep gedrag zien en konden geen sociaal gedrag vertonen. Verder lieten konijnen in een groot huisvestingssysteem meer natuurlijk gedrag zien dan konijnen in een klein huisvestingssysteem; meer beweging (huppen en rennen) en exploratie (kegeltje zitten) gedrag en minder stereotiep (neuzen) en troost (uitrekken) gedrag. Verder vertonen konijnen die buiten leven minder inactiviteit (liggen) dan konijnen die binnen leven. De resultaten van de openveld test geven aan dat buiten konijnen minder bang zijn voor het openveld dan binnen konijnen. Dit heeft wellicht iets te maken met het feit dat binnen konijnen in een relatief stabiele omgeving leven en buiten konijnen aan meer veranderingen in hun omgeving onderhevig zijn.

Enige aanbevelingen kunnen naar aanleiding van dit onderzoek gemaakt worden om het welzijn van konijnen te verbeteren. Het wordt aanbevolen om konijnen samen te huisvesten in een groot huisvestingssysteem, waarin ze voldoende ruimte hebben om de poten te strekken. Het huisvestingssysteem moet de konijnen ook de gelegenheid geven om natuurlijk gedrag te vertonen, zoals graven, verstoppen en kauwen. Hierom zouden er objecten in het huisvestingssysteem aanwezig moeten zijn, zoals zand, tunnels, verstop plaatsen, kartonnen en houten objecten etc. Dit huisvestingssysteem bevindt zich bij voorkeur buiten, maar als konijnen voldoende gestimuleerd worden zou binnen huisvesting geen probleem moeten zijn. Verder moeten de konijnen gesocialiseerd worden voor mensen, maar ook andere dieren als deze zich in het huishouden bevinden om zo de angst en stress van de konijnen te verminderen. Daarnaast moeten konijnen op een veilige manier worden opgetild (bij het nekvel terwijl het achterwerk wordt ondersteund) om extra angst en ongelukken te voorkomen. Verder moeten konijnen voer krijgen dat past in een konijnendieet. Dit houdt in iedere dag hooi en groente (mits het konijn hier geen ontlastingsproblemen van ondervindt) en wat konijnenvoer korrels. Brood, zogenaamde konijnensoepjes en mensensnoep moeten zoveel mogelijk vermeden worden om zwaarlijvigheid en alle problemen die daar mee samen gaan te voorkomen. Daarnaast moet het huisvestingssysteem minstens één keer per week worden schoongemaakt en moeten konijnen jaarlijks worden ingeënt tegen myxomatose en viraal haemorrhagisch syndroom.

Documenten

 TitleCategorySize Created DateDescriptionClicks
Housing pet rabbits  16.40 KBDownload3/23/2016Housing pet rabbits - Proceedings of the 42nd conference of the International Society of Applied Ethology, Dublin, Ireland. 22442